CERCLE d'ART

KUNSTKRING

 RECEPTION   28/01/2014   RECEPTIE

 

 

 

 

 

 

Acrostichon
Jean & Edgard

Diplôme
Jean Van Schoonwinkel

Oorkonde
Edgard Van de Velde

Speech
Hilde Silverans

 

Update: 18/04/2014

 

 

 

Beste collega’s, chers collègues du Cercle d’Art – Kunstkring,

Bent u het al gewend dat de kennis is weggevallen?
Ik nog niet helemaal, maar vandaag bij de uitreiking van de Frédéricprijzen mogen we het echt nog wel eens hebben over Cercle d’Art et d’Etude en Kring voor Kunst en Kennis.

Een nieuwe naam dus, maar ook een vernieuwd bestuur.
We mochten
Litsa Derventlis verwelkomen als nieuwe voorzitter en Dona Desmaele en Guy Stuckens als nieuwe ondervoorzitters. Een verrassend fris triumviraat, als je ’t mij vraagt.

Mais non seulement les viceprésidents Jean Van Schoonwinkel et Edgard Van de Velde sont démissionnaires, aussi le trésorier Clément Verdoy et le secrétaire francophone Camille Renson ont terminé leur mandat. Omdat Clem en Camille evenzeer de Frédéricprijs verdienen, willen we hen vandaag in afwachting – en attendant – toch al in de bloemetjes zetten. Of beter: in de wijn.

In vino veritas, en de waarheid is dat Clem en Camille van onschatbare waarde zijn geweest voor de Kring. En daarom, lieve vriendencollega’s Clem et Camille, pour tout ce que vous avez fait pour le Cercle pendant de nombreuses années, mille fois merci.

En dan nu de Frédéricprijs.

Voor hen die zich nog altijd afvragen waar die Frédéric vandaan komt, geef ik graag de verklaring aan de hand van een stukje geschiedenis opgetekend in het allereerste nummer van Op de Uitkijk/La Fenêtre Ouverte.

Je cite l’Allocution prononcée par le président M. Nélis à l’Assemblée Générale annuelle du Cercle d’Art et d’Etude du 28 décembre 1945.

Messieurs, (er was toen in de verste verte nog geen vrouw te bespeuren in de Kring)

“Le mercredi 21 novembre vers 4h30, un bruit parcourut la Caisse, auquel personne ne voulut croire d’abord, mais qui était tragiquement vrai: un banal accident de roulage mettait fin à la vie de M. Jules Frédéric, interrompant ainsi une carrière brillante qu’une nomination imminente allait couronner.

M. Frédéric, après avoir terminé la guerre de 19141918 comme officier, était entré à la Caisse comme Docteur en droit. Il n’avait pas du droit une conception froide et abstraite de juriste, mais au contraire une vision largement humaine et sociale. Derrière le fonctionnaire, on découvrait le lettré, l’homme de goût, le bibliophile. M. Frédéric était fils de Conservateur à la Bibliothèque Royale, frère du peintre en renom, le Baron Frédéric. C’est dire que, dés son enfance, il vécut entouré d’art et de beauté.

Doué d’une faculté de travail énorme, il s’intéressait à la peinture, suivait l’évolution de la science contemporaine, connaissait toutes les oeuvres marquante de la littérature internationale, principalement française et Anglosaxonne. Il lisait, dans le texte, les oeuvres flamandes, anglaises et allemandes. Il avait acquis cette culture si vaste malgré une activité professionnelle débordante. Il accueillait toutes les idées sans parti pris ni préjugé, les analysait, en assimilait ce qu’il estimait juste; ce qui faisait de lui une personnalité marquante et attachante. C’est pourquoi sa perte a une telle importance pour la Caisse, pour le personnel, pour notre Cercle en particulier, et, pour quelquesuns d’entre nous, elle laisse, en cette vieille maison, un vide irréparable.”

En zo ontstond de Frédéricprijs.

Vandaag wordt hij toegekend aan onze twee ontslagnemende vicevoorzitters, Jean Van Schoonwinkel en Edgard Van de Velde. We moeten node afscheid nemen althans in het Bestuur van twee markante en innemende persoonlijkheden:

Jean heeft een buitengewoon lange staat van dienst in het Bestuur van de Kring en kent die dan ook van binnen en van buiten. Meer dan een halve eeuw heb ik hem mogen meemaken. Dat zegt natuurlijk veel over onze leeftijd die ietwat ongemakkelijke waarheid maar dit terzijde. Hij zal het me ook niet kwalijk nemen dat ik het bij het Nederlands hou: hij heet tenslotte niet voor niks Van Schoonwinkel. Zij die met hem meewerkten in het Bestuur zullen het met me eens zijn: Jean behoorde tot de ware aristocratie van de Kring. Hij was even minzaam als punctueel, even begripvol als recht in de leer, even kunstminnend als collegiaal. Samen met Edgard Van de Velde vormde hij het tweespan dat de jongste jaren steeds vaker de voorzitter verving.

Edgard was zelf voorzitter geworden na het abrupte vertrek van Marc Schiepers in 2006. Edgard Van de Velde had een leidinggevende functie bij AG en was een kunstliefhebber pur sang. Hij hield er heel andere principes op na dan zijn voorgangers van voorheen ASLK. En het mag gezegd, het was een verademing. Zijn eruditie en zijn inzichten over kunst en kunstbeoefening in een financiële instelling maakten Edgard tot respectvolle en bemoedigende voorzitter. De dag dat hij met pensioen ging vond hij Philip De Ceuleneer bereid aan het roer van de Kring maar bleef hij mee aan boord als ondervoorzitter. Gelukkig maar, want al spoedig bleek dat de combinatie functieAG met het voorzitterschap van de Kring niet naar de zin was van HR en voor de man in kwestie zo goed als een mission impossible.

Op ons 70Event in 2012 werd het ietwat pijnlijk duidelijk dat het oude vertrouwde had afgedaan. Het was tijd voor een nieuwe lente en een nieuw geluid. En zover zijn we nu ongeveer. Er zijn nieuwe voorzitters, nieuwe afdelingen, nieuwe ideeën. Een nieuw tijdperk is aangebroken.

Alleen de voorafgaande calamiteiten waren er teveel aan. Voor Jean en Edgard was het genoeg geweest. Zij hebben met kennis van zaken en met een groot hart voor kunst en cultuur meegeschreven aan de boeiende geschiedenis van de personeelsvereniging waar we nog altijd bijzonder trots op zijn.

En uiteraard: dat verdient de Frédéricprijs.

Toespraak/Discours Hilde SILVERANS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SFEERBEELDEN - PHOTO'S

Music Room Rothschild